maandag 22 februari 2010

Onderzoeksopzet

De theorie over paratekst (kort gezegd: alles aan een boek dat niet bij het verhaal zelf hoort) stamt uit 1987 en is beschreven door Gérard Genette. Genette stelt in zijn werk (oorspronkelijk Seuils, later Paratext: the threshold of interpretation) dat paratekst dient als een grens tussen een werk en zijn omgeving, met de bedoeling de tekst aanwezig te maken in zijn omgeving en de interpretatie ervan te vergemakkelijken. In de loop der jaren is er aardig wat onderzoek gedaan naar paratekst. De meeste van deze onderzoeken richtten zich op de toepassing van deze theorie op één werk, of één genre. Het begrip paratekst is als geheel sinds 1987 niet meer onderzocht. Toch hebben er zich sinds die tijd veel veranderingen in het literaire veld voorgedaan, die invloed kunnen hebben op het begrip paratekst. Met de komst van eBooks zijn er volgens mij bijvoorbeeld nieuwe soorten paratekst ontstaan. Denk hierbij aan hyperlinks en metadatering. Bovendien sprak Genette in zijn werk nog niet over de invloed van de lezer op paratekst, maar omdat de afstand tussen auteur en lezer door de komst van het internet ernstig is verkleind, denk ik dat de lezer in deze theorie toegevoegd mag worden.
Het lijkt mij daarom interessant om de paratekst van een normale roman (het onderzoek beperkt zich tot romans, dus geen studieboeken, enz.) te vergelijken met de paratekst zoals deze op een e-Reader aan de lezer verschijnt. Bij deze vergelijking komen de overeenkomsten en verschillen in paratekst tussen een gewone roman en een eBook aan bod, maar worden ook de nieuwe vormen van paratekst behandeld. Met deze informatie wil ik een model opstellen waaruit duidelijk wordt hoe het begrip paratekst sinds de komst van het eBook veranderd is, en hoe dit eventueel bijgesteld kan worden. Uiteindelijk wil ik dit model in de praktijk testen, door aan een aantal respondenten die regelmatig een roman op een e-Reader lezen, te vragen of zij de veranderingen in paratekst ook bij het lezen opmerken. Wellicht zijn deze veranderingen namelijk alleen op theoretisch niveau te onderscheiden.

Om dat even makkelijk samen te vatten:
Uiteindelijk is het dan het idee dat mijn scriptie de theorie over paratekst aanpast aan de moderne tijd, door het toevoegen van nieuwe soorten paratekst en het beschrijven van de lezer als maker van paratekst. Mijn theorie wordt getest door het interviewen van een aantal e-Reader lezende proefpersonen. Dus, lezer, laat van u horen!

Het hoe en waarom van deze blog

Voor mijn afstudeerscriptie voor de master Boekwetenschap en Handschriftkunde aan de Universiteit van Amsterdam schrijf ik over paratekst in eBooks. Paratekst is alle tekst in een boek die niet bij het verhaal hoort. Hieronder vallen dus bijvoorbeeld de titelpagina, de cover, de flaptekst, de paginanummers en het colofon. Paratekst is ook datgene dat een boek in zijn omgeving bekend maakt: de naam van de uitgeverij, interviews met auteurs en reclame voor een boek. Paratekst is eigenlijk alles dat een boek omgeeft. En dus ook weblogs. EBooks zijn digitale boeken, die je leest op een e-Reader. Daar komt dus enkel een apparaat, geen papier bij kijken.

Ik zal op deze blog beschrijven wat mijn vorderingen zijn en wat mij op dit moment bezighoudt met betrekking tot mijn scriptie. Om onderzoek te kunnen doen naar dit fenomeen creëer ik bij deze dus mijn eigen paratekst. Maar paratekst maak je niet alleen als auteur. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de uitgever van de tekst en de omgeving waarin de tekst tot stand komt. Een nog belangrijkere rol speelt de lezer. En hier is waar jullie bij kunnen helpen. Ook als je een ontzettende beta bent, of niets van boeken af weet, kun je mij helpen. Ik zal deze blog voor leken zo toegankelijk mogelijk maken. Reageer op mijn berichten, geef kritiek op mijn vorderingen en maak de paratekst bij mijn scriptie!